De absolute vrijheid


 

Als er iets is wat de Erdowie, Erdowo, Erdogan-discussie heeft duidelijk gemaakt, dan is het wel dat er een misplaatst geloof in de absolute vrijheid van meningsuiting heerst bij sommigen.

Onder het mom van ‘vrijheid van meningsuiting’ lijkt alle fatsoen, respect en een normaal rekening houden met elkaar – dat andere fundament van iedere enigszins vrije samenleving – ondergeschikt geraakt in de overwegingen van velen. Terwijl het juist deze andere principes zijn die minstens zo belangrijk zijn voor onze samenleving, in dat het ons een mogelijkheid geeft samen te leven door weloverwogen afwegingen te maken tussen persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid.

Zowel deze alternatieve principes als onze (grond)wettelijke bepalingen zijn een even fundamenteel onderdeel van onze samenleving; de claim dat vrijheid van meningsuiting hierboven zou staan is simpelweg niet waar, en nooit waar geweest.

Grenzen aan de vrijheid

Verantwoordelijkheid heeft altijd de nodige grenzen gesteld aan persoonlijke vrijheden en dat is maar goed ook. Even een dom voorbeeld. Stel je situaties voor waarin je, ongeacht je omgeving, maar doet waar je zin in hebt. Als ik wild met mijn armen om mij heen wil slaan en slingeren, in alle richtingen, dan heb ik de vrijheid dat te doen. Dat wil nog niet zeggen dat ik het daarom in iedere situatie en ongebreideld kan doen en vervolgens niet aan te spreken ben wanneer het dan tot een botsing tussen mijn arm en een toevallige passant komt. Op het moment dat ik me tussen andere mensen bevind die mogelijk in aanraking zouden kunnen komen met mijn handelingen, dien ik er rekening mee te houden dat er ook andere mensen om me heen zijn en dat ik me wellicht in moet houden.

Uiteraard heb ik de vrijheid om met mijn armen om me heen te slaan; echter moet ik niet pretenderen dat mijn vrijheid om mijn armen rond te slingeren een absoluut recht is waar anderen maar voor moeten wijken of weg moeten duiken als het ze niet aanstaat. Het is in een dergelijk geval immers net zo goed mijn verantwoordelijkheid om te voorkomen dat ik in botsing kom met anderen. Of moeten anderen, als zij de fysieke dan wel mentale klappen niet op willen vangen, maar continu wijken voor mij? Ben ik, en is mijn mening, dan werkelijk zo belangrijk dat ik alle normen maar naast mij neer kan leggen omdat het nu eenmaal mijn heilige mening is die ik verkondig?

Om je af te vragen:

Ben ik, en is mijn mening, dan werkelijk zo belangrijk dat ik alle normen maar naast mij neer kan leggen omdat het nu eenmaal mijn heilige mening is die ik verkondig?

Iedereen die een beetje verstand van onze samenleving en de belangrijkste juridische principes heeft, weet heel goed dat het zo niet werkt. Hetzelfde principe om rekening te houden met anderen geldt namelijk voor het nalaten van handelingen. Ik heb het volste recht mij niks aan te trekken van andere medeburgers en zelfs net te doen alsof ze niet bestaan wanneer ze tegen mij praten. Doe ik net alsof ze niet bestaan wanneer ze op een spoorrails ten val zijn gekomen met een aanstormende trein aan de horizon verschijnend, dan moet ik niet gek opkijken als, eenmaal in de rechtbank, mijn nalatigheid niet afgedaan kan worden met een beroep op mijn persoonlijke vrijheid om het bestaan van anderen te negeren.

De vrijheid om iets te doen en te laten is nooit absoluut geweest. Het is niet voor niets dat onze grondwet geen rangorde aanbrengt in de fundamentele vrijheidsprincipes die in de eerste artikelen besproken worden. Gek genoeg wordt er toch maar al te vaak gedaan alsof de vrijheid van meningsuiting absoluut is en iedere rechtszaak of andere correctie van een meningsuiting meteen een inperking vormt van de mogelijkheden om te zeggen wat men denkt. Dat is het niet. Die inperkingen waren er al, om goede redenen met als belangrijkste dat we sociale beesten zijn die rekening met elkaar te houden hebben als we iets van een leefbare samenleving willen behouden. De rechtszaken zijn slechts het enforcen van die beperkingen op een vrijheid die nooit absoluut is en dat ook nooit geweest is sinds mensen samen begonnen te leven, hoezeer de voorstanders van de absolute vrijheid van meningsuiting ons dat ook voor proberen te houden.

Debat

Soms is een prikkelende stelling immers nodig om maatschappelijke problemen te kunnen bespreken. Het debat stimuleren, hetzij via satire, hetzij via persoonlijke beledigingen of een mix van deze twee – waarbij de mix overigens meer schijn dan werkelijkheid is en slechts dient om ordinair gescheld te verheffen en te verhullen – kan ook op andere manieren gedaan worden. Als ik de situatie van homo’s in islamitische landen als Iran aan wil kaarten, dan kom ik er misschien nog één keer mee weg als ik zeg dat “Moslims de grootste homohaters zijn.”. Ga ik vervolgens specifieke personen op straat aanspreken met de vraag of ze ‘nog homo’s hebben opgehangen?’ of roep ik ‘homohater!’ naar iedere moslim die mijn pad kruist, dan moet ik niet gek opkijken dat ik op een dag politie op mijn dak krijg of dat ik me uiteindelijk voor de rechter mag verantwoorden. Helemaal niet als ik diezelfde willekeurige mensen regelmatig en in het openbaar voor pedofiel uit ga maken. Wegduiken voor alle verantwoordelijkheid zodra ik erop gewezen wordt dat niet iedere moslim homo’s haat en me verschuilen achter ‘maar dat is nu eenmaal mijn mening’, is laf. Mening of niet, als je een standpunt niet kunt verdedigen – bijvoorbeeld omdat het weinig anders is dan ordinair gescheld of het over één kam scheren van hele bevolkingsgroepen – doe je er verstandig aan hem voor je te houden. Je hoeft immers niet altijd van dat recht om je mening te uiten gebruik te maken, zeker niet als je er niet verantwoordelijk mee om kunt gaan.

Praktisch

Nog los van de theoretische benadering hierboven, gelden er ook zo de nodige praktische bezwaren als het gaat om de benadering die voorstanders van ongelimiteerde vrijheid van meningsuiting voorstaan. Het belangrijkste bezwaar is toch wel dat ze hun tegenstanders van munitie voorzien om terug te slaan. Over Erdogan hebben we immers al langer onze twijfels, zowel zijn neerslaan van alle vormen van kritiek (ook de fatsoenlijke en inhoudelijke vormen ervan) als zijn dubieuze betrokkenheid in Syrië hebben zijn reputatie geen goed gedaan. Maar in plaats van deze inhoudelijke flaters en gebreken in Erdogan’s handelen tegen hem te gebruiken, wordt hij ongefundeerd uitgescholden voor van alles en nog wat. Met als gevolg dat ook mensen die niks van Erdogan moeten hebben, liever hun kritiek richten op zijn onfatsoenlijke critici dan dat het dictatoriale gedrag van Erdogan onderwerp van discussie blijft. Het heeft, kort gezegd, een averechts effect.

Keuzes

Fundamenteler is de vraag of we echt in een maatschappij willen wonen waarin alles moet wijken voor ‘De Mening’. Als ik kan kiezen tussen een samenleving waarin we kritiek kunnen uiten op normale wijze maar terechtgesteld kunnen worden voor smaad, laster en ongefundeerd schelden op specifieke personen of hele groepen in die samenleving aan de ene kant, of één die de voorstanders van absolute vrijheid van meningsuiting voor lijken te staan en waarin alles en iedereen ondergeschikt gemaakt moet worden aan de dictatuur van de ongebreidelde vrijheid om te beledigen, te schelden en te demoniseren, dan kies ik toch echt het liefst voor het eerste. Dat is geen zwichten voor hen die onze vrijheid proberen te beperken; dat is simpelweg erkennen dat onze samenleving er nooit één van absolute vrijheid was en dat de voorstanders van ongelimiteerde vrijheid iets voorstaan wat mijn samenleving – gelukkig – nooit geweest is.

Potten en ketels – de hetze tegen Rusland


Het Westen is hypocriet. Het Westen is de pot die de ketel verwijt zwart te zien. En de ketel maar al te graag zelf zwart maakt.

Dit is geen ‘weg met ons’- opinieartikel. Dit is niet het steunen van de Russen. Dit is slechts één poging de maatregelen en opmerkingen in de internationale sfeer en in de media in perspectief te plaatsen.

MH17

Nauwelijks was het nieuws dat vlucht MH17 van Malaysia Airlines was neergekomen in Oekraïne doorgedrongen, of politici stonden klaar om sancties tegen Rusland te eisen. Daarbij geholpen door de media die maar al te graag het beeld van een losgeslagen dictator wilden versterken. Zie bijvoorbeeld deze post van Newsweek.

‘Destabilisatie door Rusland’. ‘Levering van wapens aan rebellen’. ‘Poetin de gevaarlijke maniak’: Zelfs persoonlijke aanvallen op de stijl en het karakter van Poetin werden niet geschroomd om de opinie tegen Rusland en een compleet volk te keren. Je kon het zo gek niet bedenken of iedereen dook bovenop het nieuws om etiketten te plakken, voornamelijk voor eigen politiek gewin. Slechts enkele positieve uitzonderingen hierop zijn waarschijnlijk minister Timmermans en premier Rutte geweest. Ieder ander, die het vaak niet naliet meteen met een beschuldigende vinger te wijzen nog voor er een onderzoek was geweest, misbruikte de ramp om steun te krijgen voor hun eigen politieke plannen. Over de ruggen van slachtoffers en hun geliefden die achterbleven.

Vuil

Het is een vies, vuil spelletje.

Niet ‘de Rebel’ wordt afgeschilderd als een ‘destabiliserend’ element of een stel ‘maniakken’. Niet ‘de Rebel’ wordt erop aangekeken dat ze een stel losgeslagen bandieten zijn. Nee, Poetin, en met hem heel Rusland, wordt de personificatie van het kwaad. Dat terwijl hij hooguit indirect betrokken geweest kan zijn.

Door wapens te leveren aan losgeslagen rebellen, inderdaad. Poetin is zo betrokken bij het conflict in Oekraïne. Maar Poetin heeft geen conflict met zichzelf. Poetin heeft een conflict met de NAVO, de EU en de VS. En waar twee een conflict hebben… juist. Daar hebben twee schuld.

De houding die het Westen aanneemt, de schuld leggen bij Poetin, is het toppunt van hypocrisie. Als Poetin verantwoordelijk is voor de slachtoffers van vlucht MH17, als Poetin alleen schuldig is aan ‘destabilisatie’ in Oekraïne, als Poetins schuld bovendien sancties tegen heel Rusland rechtvaardigt, dan is geen enkel land, geen enkele politicus, Westers of niet, meer onschuldig.

Dan kunnen de doden door Osama bin Laden toegekend worden aan de Amerikaanse regering die hem trainde. Dan kunnen de slachtoffers van ISIS in Irak gewijd worden aan het ingrijpen door Groot-Brittannië en de VS, nu meer dan tien jaar geleden. Dan kan in de conflicten in Syrië en Libië grotendeels het Westen aangemerkt worden als verantwoordelijk voor de vele doden.

Russische wapens hebben weliswaar niks te zoeken in Oekraïne. Net zo min hebben Europarlementariërs als Van Baalen en Verhofstadt iets te zoeken op een podium in Oekraïne waar zij probeerden een volk in opstand te brengen.

De gewone man en vrouw

De persoonlijkheid van Poetin interesseert mij eerlijk gezegd weinig. De invloed achter de schermen van Rusland in Oekraïne interesseert mij alleen wanneer de andere kant van het verhaal ook door de media belicht wordt.

En het belangrijkste: de mening van Obama, Cameron, Kerry, Van Baalen en Verhofstadt en de hele internationale bende die erachter staat interesseren mij past iets zodra deze potten naar zichzelf kunnen kijken en in kunnen zien dat zij zelf minstens zo zwart zien. Hopelijk zien ze nog niet zo zwart dat hun visie helemaal vertroebeld wordt.

Hopelijk zien zij, en ook de burger, in dat ook Westerse politici maar al te vaak over de rug van onschuldige burgers hun politieke macht proberen te doen gelden. Deze vliegramp en de situatie in Oekraïne zijn daar slechts één voorbeeld van.

De gewone man en vrouw op de straat roep ik op zich niet te laten misleiden; Rusland hoeft geen vijand van het Westen te zijn. Oproerkraaiers, zowel in de politiek als in de media, die conflicten aanwakkeren en direct wijzen naar een ander zijn dat wel. En die vindt je ook, net zo goed, in het Westen. Hun slachtoffers? Dat worden u en ik als wij ze niet tot inkeer brengen.

Bezoek koning en Rutte biedt kansen


Alle verontwaardiging rondom het geplande bezoek van de koning en premier Rutte, laat zien dat sommige organisaties weinig kaas gegeten hebben van diplomatie. De ondoordachte aanklacht van organisaties als Amnesty International en het COC laat slechts zien dat deze organisaties niet in staat zijn naar het totaalplaatje te kijken.

Het is iets wat we vaak zien in het nieuws: de zeer beperkte focus op dat wat direct zichtbaar is, een focus die vaak ten koste gaat van het rekening houden met achterliggende bedoelingen van mensen. We zien dit niet alleen bij de verontwaardiging rondom het bezoek van de koning en premier Rutte aan Rusland. Eenzelfde soort beperkte focus zien we bij alle verontwaardiging rondom Dennis Rodman en de goede relatie die hij onderhoudt met de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un. Mensen zien een ex-basketballer die een liedje zingt voor een dictator, een ex-basketballer die zich weinig lijkt aan te trekken van het feit dat één van zijn landgenoten gevangen zit in hetzelfde Noord-Korea waarvan hij het de leider alleen maar naar zijn zin lijkt te willen maken, een ex-basketballer die schaamteloos met het meest verderfelijke soort mens om lijkt te willen gaan.

Zo zien we bij het geplande bezoek van Rutte en Willem-Alexander de vertegenwoordigers van een democratisch land (merk op dat de naam van Willem-Alexander hier enigszins ironisch is, Poetin is immers nog altijd een verkozen leider) een bezoek brengen aan een land wat homo’s, lesbiennes, transseksuelen en biseksuelen niet de vrijheden geeft die ze volgens u en mij zouden moeten hebben. We zien dit bezoek als de goedkeuring van een regime wat vreedzame protesten neerslaat en de protesterenden zonder pardon opsluit.

Iemand die de moeite neemt verder te kijken, ziet echter iets anders. Die ziet, in het geval van Rodman, een Amerikaan die erin geslaagd is door te dringen tot de vriendenkring van de leider van een land wat in ideologisch opzicht de tegenpool is van de VS. Iemand die de moeite neemt verder te kijken, realiseert zich dat sinds het bezoek van dezelfde koning Willem-Alexander aan Rusland, de verkoelde relatie tussen Rusland en Nederland weer enigszins opgewarmd lijkt te zijn. Iemand die op deze manier naar beide situaties kijkt, is zich er al snel van bewust dat er meer aan de hand is dan het vermaken van een dictator of het goedkeuren van een ‘repressief‘ regime.

Zowel de acties van Rodman in Noord-Korea, als het bezoek van Nederlandse vertegenwoordigers aan Rusland, komen voort uit één gedachte: de diplomatieke deur moet open worden gehouden. Dennis Rodman kan als enige Amerikaan serieuze invloed uitoefenen op Kim Jong-un. Hij lijkt zich er echter van bewust te zijn dat hij, wanneer hij deze invloed direct probeert aan te wenden, het al snel gedaan kan zijn met de goede relatie tussen hem en Kim. Zo is het ook met de situatie rondom Russische homo’s. De Russen laten zich niet vertellen wat ze moeten doen in eigen land, en daarin zijn de Russen niet uniek. Wil je invloed uit kunnen blijven oefenen, dan moet je ervoor zorgen dat je in contact blijft. Vergelijk het met een situatie waarin iemand op straat je vertelt wat je moet doen; als je deze persoon voor het eerst ziet, luister je niet naar hem. Als je al luistert, dan trek je je er niks van aan. Is deze persoon echter iemand met wie je al langdurig omgaat, dan zal zijn mening voor jou een stuk belangrijker zijn.

In de diplomatieke wereld is het isoleren van de andere partij zeer onverstandig. Niks is belangrijker dan blijven praten en de figuurlijke deur openhouden. Als dat moet door te zingen op het verjaardagsfeestje van een dictator, of het bezoeken van een sportevenement in een land met een repressief regime, dan zullen we dat moeten accepteren. Verandering als gevolg van internationale diplomatie komt langzaam, en enkel wanneer langdurige relaties een kans krijgen. Als je een langdurige relatie opbouwt, dan krijgen de relaties van lgbt’s in Rusland vanzelf ook een kans.

Privacyterreur en de bestrijding van MerSeff – de presidentiële terrorist


Gisteren werd bekend dat hackerscollectief Anonymous sites van de Amerikaanse overheid heeft gehackt. Een letterlijke (en mijns inziens terechte) tegenslag richting de Amerikaanse overheid, die zelf ook niet vies is van spionage en aanverwante schendingen van vertrouwen.

Het is een gedachte die regelmatig door mijn hoofd spookt, onder andere, maar zeker niet alleen, wanneer ik de naam Opstelten in verband gebracht zie worden met het opslaan van welke vorm van data dan ook of het zoveelste bericht omtrent het NSA-schandaal lees: hoe heeft het zover kunnen komen dat wij in een maatschappij leven waarin iedereen als potentieel terrorist gezien wordt en ook als zodanig behandeld wordt, letterlijk tot aan presidenten toe? Waarom, with every breath you take, every move you make, elke cent die je uitgeeft en elke bron van informatie die je durft te raadplegen, zou het nodig zijn dat er iemand over onze schouders staat mee te gluren?

‘Terrorisme’. Of ‘veiligheid’. Zo luidt het standaardantwoord van iedere privacyvandaal. Wij moeten beschermd worden tegen terrorisme. En om ons te beschermen tegen terrorisme, moet geregistreerd worden waar we heen vliegen. Want terroristen houd je tegen in twee fasen. De eerste is door alle mogelijk informatiestromen in de gaten te houden, zodat, wanneer iemand een reis boekt richting Islamabad om daar eens lekker op de koffie te gaan bij de Taliban, je er direct van op de hoogte bent. Dat is zinvol, want hoewel je iemand natuurlijk niet kunt verbieden naar Islamabad te vliegen, weet je ten minste wel dat deze persoon wellicht nog eens extra in de gaten gehouden moet worden. Dus tap je vervolgens zijn telefoon af, voor het geval hij (of zij, hoewel bebaarde terroristen vermoedelijk mannen zijn) uitgebreid over de telefoon bespreekt waar precies op Utrecht Centraal hij die bom zal plaatsen. De bom die hij natuurlijk heeft afgerekend via IDeal, waar je gelukkig ook de gegevens van hebt. Het is maar goed dat die gegevens er zijn, stel je nu toch eens voor dat iemand een aanslag wilde plegen en we het niet zouden weten omdat hij het stiekem zou kunnen doen…

De tweede fase in het bestrijden van terrorisme, is door alle informatie vervolgens op te slaan. Het is uitermate zinvol om in één maand 1.8 miljoen telefoontjes te onderscheppen (en als minister van Binnenlandse Zaken dit soort praktijken fijn te verdedigen), zodat je daarna een paar jaar bezig kunt zijn deze gegevens te analyseren. Geen zorgen hoor, die potentiële terrorist wacht wel tot je klaar bent met het onderzoeken van de data. Vergeet niet om de Braziliaanse presidente en de Duitse Bondskanselier mee te nemen in het aftappen, die terroristen zitten werkelijk overal (zouden Angela en Dilma stiekem een lange baard hebben?).

Hoewel het aan de ene kant lachwekkend is, is het aan de andere kant eigenlijk ook diep triest. Onder het mom van een zogenaamd groot gevaar (zie voor relativering van deze ‘dreiging’ bijvoorbeeld deze bronnen 1, 2) worden grondrechten aan de kant geschoven, worden astronomische bedragen uitgegeven en worden u en ik aan alle kanten bespied door een overheid die, ongeacht de mening van u en mij zelf, denkt te weten wat goed voor u en mij is, en ons zal beschermen of we dat nu leuk vinden of niet. Het is wat dat betreft lichtelijk ironisch om te zien hoe in een tijd waarin mensen wordt geadviseerd toch vooral niet afhankelijk te zijn van een zich op andere vlakken steeds meer terugtrekkende overheid, diezelfde overheid zich steeds meer in het privéleven van mensen wurmt vanwege een relatief onbelangrijk gevaar, daarbij gebruikmakend van methoden die zodanig hun doel voorbijschieten dat ‘terrorismebestrijding’ of ‘handhaven van de veiligheid’ al lang niet meer het primaire doel lijken te zijn.

Je zou bijna medelijden krijgen met onze overheidsfunctionarissen. Als ze niet aan een ernstige vorm van paranoia lijden, dan lijden ze toch zeker wel aan een ziekelijk ver doorgeschoten behoefte om totale controle te hebben over burgers. Ik zeg bewust een ‘behoefte aan’, want zoals ieder die voorzien is van een portie gezond verstand wel kan bedenken, zal die totale controle, hoe graag Ivo c.s. het ook mogen willen, er nooit komen. Gevaren zijn niet volledig uit te bannen. Pogingen om dit wel te doen zullen vooral (en onredelijk hard) onschuldige burgers treffen die hun zekerheden en privacy met de dag zien afnemen.

 

 

#Happylines


De gratis kranten Metro en Sp!ts komen met een leuk initiatief: Happylines. Een leeg vakje op de voorpagina van de krant, bedoeld om een boodschap achter te laten voor de volgende lezer. (Voor hen die dat niet weten: mensen maken er een gewoonte van om hun kranten overal te laten rondslingeren.)

Welke ‘happylines’ zouden nou echt ‘happy’ maken?

# Ruim je zooi op. Daar valt ook (maar niet alleen) deze krant onder.

# Kan die muziek zachter?

# En dat stemvolume?

# Weet je zeker dat iedereen je onderbroek wil zien?

# U heeft net op straat gespuugd/getuft? Niet meer doen hè?

# Kon u nou werkelijk niet gaan zitten zonder luid te zuchten en hard neer te ploffen?

# En is dat gerochel echt nodig?

# Pak eens een scheermes. Of draag er een knuppel en een berenvel bij, dan is er ten minste nog een goede ‘match’.

# Niet zo boos kijken. Die mensen tegenover u kunnen er niks aan doen dat u tegen uw wil hier zit.

# Blijf hiernaar kijken. Niet weer naar die telefoon. Nee, als dat contact echt zo belangrijk was, dan hoefde je het niet via de telefoon te doen.

# U denkt: “Hiervoor is dit vakje niet bedoeld.”? Klopt, maar de straat is niet bedoeld als stortplaats voor uw speeksel, de openbare ruimte en het OV niet voor halve stripteases of vervuiling met elektronisch, muziek talentarm, lawaai of uw afval.

Ach, misschien erger ik me wel te snel. Of er is werkelijk een hoop om je aan te ergeren. Hoe dan ook, dit zou mij nou echt happy maken.

Even serieus nu mensen: wat vieren we nu eigenlijk?


Sinds enkele weken vraag ik me dagelijks af waar het vandaan komt: de oranjegekte. Dit jaar heerst het zelfs zonder dat er een zogenaamd belangrijke voetbalwedstrijd gespeeld wordt. Nee, het Grote Volksfeest – en het continue aandacht vragen ervoor in het nieuws, marketing en wellicht ook steeds meer op straat- draait om iets waarvan Joost mag weten waarom het gevierd wordt: een troonopvolging.

Is het geen aankondiging van de zoveelste ‘artiest’ (lees: tekstschrijver/zanger) die de aandacht vraagt voor de troonwisseling, dan zijn het wel politici die in discussie gaan over de kosten, de NS die meedeelt dat zij met extra treinen de feestvierders zoveel mogelijk wil ondersteunen of ieder ander willekeurig persoon die graag de schijn ophoudt dat de aanstaande troonwisseling een reden voor enthousiasme is en zelfs maar enigszins relevant zou zijn. En ik zit me hier nog steeds maar af te vragen: welke gek heeft er toch bedacht dat er feest gevierd moet worden?

Zonsverduisteringen komen ook niet vaak voor, maar als er één plaatsvindt vieren we nog geen feest. Met de zeldzaamheid van het verschijnsel zal het dus niet veel te maken hebben. De val van, of het installeren van een nieuw kabinet betekent ook een wisseling van poppetjes. Ook daarbij vieren we echter geen feest.

Waar komt toch die vreemde drang vandaan om te vieren dat er een nieuw staatshoofd, op een totaal achterhaalde manier geïnstalleerd wordt. Achterhaald, want waarom zouden u en ik niet net zoveel kans mogen maken om ons land, onze eigen samenleving, te vertegenwoordigen. Omdat u en ik geen door god gedelegeerde macht hebben? Omdat ons bloed niet de juiste kleur heeft?

Maar ik snap het ergens ook allemaal wel. Voor velen zal dit immers een goed excuus zijn om ladderzat de steden door te struinen. Voor zover men een excuus daarvoor überhaupt noodzakelijk acht. Dat is dan ook meteen het enige positieve van de huidige volksdwaasheid: ik zal niet de enige zijn die op zoek moet naar een zakje.

Goed beleid voeren? Wees niet van staal.


Het zal inmiddels niemand ontgaan zijn: Margaret ‘Iron Lady’ Thatcher is overleden. Zowel voor- als tegenstanders van haar beleid zullen moeten bekennen dat Thatcher één van de belangrijkste leiders van de afgelopen decennia was.

Dat maakt haar uiteraard ook direct één van de meest omstreden leiders. Het sociaal-economische beleid, de Falklandoorlog, de Europese integratie: het zijn allemaal voorbeelden van beleid waarvan de voor- en tegenstanders zich lijnrecht tegenover elkaar bevinden.

Dat Thatcher omstreden is, heeft zij voor een groot deel te danken aan haar eigen karakter. Een leider die ten eerste extreem liberaal is, en ten tweede extreem koppig is; dat zijn ingrediënten voor controversieel beleid. Gek genoeg wordt juist haar koppigheid, of ‘onbuigzaamheid’ zoals het genoemd wordt, gezien als haar meest positieve eigenschap.

Precies dat is waar het fout gaat. Leiders moeten niet denken dat ze altijd goed zitten; de geschiedenis heeft aangetoond dat Margaret er vaak niet meer naast had kunnen zitten dan ze deed. In Europa zijn het Duitsland en Frankrijk die de dienst uitmaken, het economische beleid is gestoeld op de simplistische visie, of het gebrek aan visie, van het conservatief-liberalisme en heeft bewezen net zo hard te falen als extreme vormen van socialisme. Over de Falklandeilanden wil ik niet eens beginnen.

Koppigheid kan een deugd zijn wanneer men zeker weet dat men het bij het juiste eind heeft. Die zekerheid bestaat echter niet, zeker niet in het leven als eerste minister van een land. Margaret Thatcher had, net als iedere ander leider, het nooit bij het goed eind. Is men dan toch koppig en star, en meent men nooit te hoeven bijdraaien, dan zal die koppigheid eerder een blok (van ijzer voor mijn part) aan het been zijn.Of je moet je niets willen aantrekken van kritiek. Dan is koppigheid het mooiste wat er is voor de onwetende onbuigzamen.

Margaret Thatcher heeft het als geen ander bewezen: onbuigzaamheid en een ‘ik-hoef-nooit-tot-nieuw-inzicht-te-komen- mentaliteit’ resulteert in falend beleid.

Twee grootste faalpunten nieuwe zorgpremieberekening


Veel media hebben er al over geschreven, veel klachten zijn er al over ontvangen en er is nog meer over gediscussieerd: het inkomensafhankelijk maken van de zorgpremies. Nadat NRC gisteren de door Rutte en Samsom gebruikte cijfers publiceerde, is een betere analyse mogelijk. We kunnen concluderen dat de nieuwe regeling twee grote beperkingen met zich mee brengt.

Inkomensvergaring

Allereerst gaat het nieuwe stelsel, zoals het er nu naar uitziet, enkel uit van het inkomen. Hoe dat inkomen vergaard wordt, daar wordt niet naar gekeken. Noch wordt gelet op het aantal uren werk wat voor het inkomen verricht is.

Vooral dit laatste maakt het stelsel ellendig. Mensen met een eigen onderneming verdienen, en soms nog niet eens, misschien wel tot twee keer modaal, maar maken ook werkweken die langer zijn dan de werkweek van Jan M. Deze mensen, die al veel risico’s lopen en vrijwel nergens aanspraak op kunnen maken als het fout gaat, worden bijna afgestraft omdat ze meer verdienen; dat er ook veel meer inzet tegenover staat wordt genegeerd.

De partner

Een andere grote misser in het nieuwe plan, is de benadeling van stellen waarbij beide partners werken. Was dit nieuwe stelsel niet juist tot stand gekomen om de als gevolg van vergrijzing stijgende zorgkosten te kunnen betalen? En is het als gevolg van de vergrijzing niet noodzakelijk dat zoveel mogelijk mensen betaalde arbeid verrichten? Waar is dan de logica in het financieel benadelen van stellen, zodra beide partners werken en boven modaal uitkomen?

Zo op het eerste gezicht lijkt het nieuwe stelsel erg sociaal. Gaat men dieper erop in, dan zien we dat het stelsel enkel op inkomen focust, en niet op de manier waarop het inkomen verkregen is. Zelfs het gebruik van de zorg zal, net zoals nu, totaal geen rol spelen in de bijdrage van de burger aan de zorg. Verder gaan we de vergrijzing niet aanpakken door werkende stellen te benadelen.

Van een partij als de VVD, dé partij van de arbeid bij uitstek, hadden we beter resultaat mogen verwachten dan een stelsel wat niet kijkt naar verbruik en werkenden benadeelt.

Bedankt voor die eerste sprong, Neil


Toeval bestaat. Het heeft me vandaag me bezocht, toen ik het Star Trek boek ‘Taking Wing’ aan het lezen was, en tegelijk meekreeg dat Neil Armstrong is overleden.

Taking Wing

In ‘Taking Wing’ zien we William Riker het bevel nemen over de Titan, het Starfleet-schip met de meest gevarieerde bemanning ooit. Talloze bemanningsleden, van meerdere planeten en culturen, werken samen om het schip te runnen tijdens haar ontdekkingsreizen. Alsof dat nog niet bijzonder genoeg is, is het ook nog eens de eerste niet-militaire missie van Riker sinds jaren.

Het doet denken aan de jaren ’60, toen de wereld overheerst werd door een militaire race tussen de VS en de Sovjet-Unie. Middenin deze race, en als onderdeel ervan, waren daar opeens die twee Amerikanen, die deden waarvan mensen vele eeuwen ervoor slechts konden dromen: rondlopen (en voor Michael Collins, rondzweven) op die onbereikbaar geachte bol. Waarmee ze niet alleen de Sovjets aftroefden, maar tegelijk maar weer bewezen dat mensen steeds weer hun mogelijkheden kunnen ontstijgen, in dit geval door de vleugels te nemen.

One Giant Leap

Of Neil bij het uitspreken van zijn beroemde zin “That’s one small step for (a) man, one giant leap for mankind” grote hoeveelheden mensen, van talloze culturen, zag samenwerken op ruimteschepen, weet ik niet, en zal ik waarschijnlijk ook niet meer te weten komen. Zeker is wel dat hij met zijn woorden prachtig samenvatte wat de ruimtevaart voor de mensheid kan betekenen, hoe het ons kan verbinden in het nastreven van hogere doelen. Vijf jaar na de landing van Apollo 11, koppelden een Sovjet en Amerikaanse ruimtecapsule aan elkaar boven de aarde. De aardse afstand(elijkheid) tussen deze landen werd daarmee in één keer tenietgedaan. Sinds 1998 werken landen uit de hele wereld samen aan één ruimtestation, om de kennis van ons allen te vergroten.

We kunnen enkel hopen dat Neil Armstrong’s ‘kleine stap voor een mens, een grote sprong voorwaarts voor de mensheid’ nog een hoop navolging krijgt. Moge zijn sprong slechts de eerste zijn op de lange weg die we nog te gaan hebben.

 

 

‘Mes in rug’ Wilders zege voor democratie


Met het vertrek van de PVV-Kamerleden Kortenoeven en Hernandez krijgt Wilders een nieuwe klap te verwerken. Een klap die nog het meest doet denken aan het uiteenvallen van de LPF, een door Wilders immer gevreesd scenario.

Teugels

Het had zo mooi geleken: houd gewoon de teugels strak aangespannen, en paarden en overig ‘stemvee’ (in de woorden van Hernandez) zullen je alle macht bezorgen die je wenst. Dé manier om in je eentje 24 zetels te kunnen bezetten. Maar een paard is niet dom. Als de teugels hem te strak gaan zitten zal hij wild worden. De man in de kar heeft dan twee opties: de teugels laten vieren, of accepteren dat je wellicht ten val gebracht zult gaan worden.

De eerste optie was niet die van Wilders. Zijn redenering moet als volgt geweest zijn: ‘Zonder een sterke man houdt niemand het alternatieve zooitje ongeregeld bij elkaar.’ Al zou hij ook gedacht kunnen hebben dat ongedeelde macht de enige werkelijke vorm van macht is.

Welke redenering Wilders ook gemaakt heeft, hij heeft enkele factoren onderschat. In de eerste redenering ging hij enkel uit van zetelbehoud: omwille van de 24 zetels stond hij geen moment stil bij de mogelijk schadelijke gevolgen van zijn stijl van leidinggeven. In de tweede redenering moet Wilders er van uitgegaan zijn dat zolang hij de macht sterk gecentraliseerd hield, hij de macht zou kunnen behouden. Dat zou gewerkt kunnen hebben, ware het niet dat ongedeelde macht niet past bij het democratische karakter van Nederland. En dat die ongedeelde macht dus slechts kan voortbestaan zolang dit geaccepteerd wordt. Was de PVV een Iraanse of Noord-Koreaanse partij geweest, dan had de theorie van ongedeelde macht ongetwijfeld effectief kunnen zijn. Hier werkt het echter niet.

Zege

Daarmee heeft Wilders, al dan niet bedoeld, optie twee in werking gezet: de val, van hem, en zijn kar. Hoewel een nederlaag (of in zijn eigen woorden: een mes in de rug) voor hem, is dit een zege voor de Nederlandse democratie. Hopelijk ziet ook Wilders dat nu in. In Nederland zou geen plaats moeten zijn voor een partij die 24 zetels probeert te bezetten via één man. Kortenoeven en Hernandez, maar ook Brinkman, hebben dat goed begrepen. Als Wilders werkelijk staat voor ‘Ons Nederland (en hún Brussel), dan gaat hij ook wat doen met dat begrip en de ontstane situatie.

Wellicht moet ook Wilders eens diep gaan nadenken. (Foto via ANP)